Spanje heeft Italië ingehaald: het nationale inkomen per Spanjaard ligt op koopkrachtbasis sinds 2017 hoger dan het nationale inkomen per Italiaan. Het Internationaal Monetair Fonds verwacht dat Spanje de komende jaren verder op Italië uit zal lopen.

Spanje is nu rijker dan Italië, meldt de Britse zakenkrant Financial Times op basis van gegevens van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Dat is gemeten naar het nationaal inkomen per inwoner op koopkrachtbasis.

Dat werkt zo. Het nationale inkomen van Italië per persoon bedroeg 28.300 euro in 2017. Het Spaanse nationale inkomen per hoofd was 25.100 euro.

Lees ook: Italiaanse economie blijft in eerste versnelling steken

Maar in Spanje zijn de prijzen lager. De gemiddelde Spanjaard kan met zijn 25.100 daardoor méér kopen dan de gemiddelde Italiaan met zijn 28.300 euro: 0,3 procent meer, om precies te zijn.

Spanje is erbovenop
Het IMF verwacht dat dit verschil oploopt tot 7 procent in 2022. Spanje en Italië werden in de eurocrisis op één hoop gegooid, maar hebben heel verschillende economieën.

Spanje belandde in een crisis nadat zijn huizenmarkt oververhit raakte en daarna crashte. Inmiddels is het land erbovenop en groeit de economie weer hard door.

De economie stagneert al jaren
In Italië is de situatie sinds de eurocrisis niet echt veranderd. De economie stagneerde daarvoor al jaren. Bedrijven hebben er te maken met te veel regels. De arbeidsmarkt functioneert slecht. Jongeren verdienen fors minder dan ouderen.

Wereldwijd zijn er maar zes landen waar de economie sinds 2001 minder hard groeide dan Italië. In dat lijstje staan het geïmplodeerde Griekenland en het door burgeroorlogen verscheurde Jemen. Het gemiddelde inkomen per Italiaans gezin ligt inmiddels lager dan in het jaar dat de euro werd ingevoerd.

Blijvend zorgenkindje
Voor de eurozone is Italië een blijvend zorgenkindje. Het land heeft na Griekenland de grootste staatsschuld van Europa: 1,3 maal de omvang van de economie.

Ook hebben Italiaanse banken veel leningen uitstaan die niet meer worden terugbetaald. De vrees is dat deze kostenpost voor rekening van Noord-Europese landen wordt als de Europese Bankenunie wordt voltooid.

Bron: Elsevier.nl