Spaanse sinaasappelboeren klagen over de lage prijzen voor hun product. Er is bijna niet op te boksen tegen de concurrentie met landen buiten de EU. Op 20 maart is een landelijk protest.

Bernardo Ferrer plukt een sinaasappel, wijst op een oneffenheid in de schil, en laat hem op de grond vallen. Bij de volgende boom trekt Ferrer er zo nog een paar weg: te klein, beschadigd. Dit is de laatste fase in de groeicyclus, vertelt de vijftigjarige fruitboer: controle van de kwaliteit van de sinaasappels, voordat ze geplukt worden. Tussen de oranje sinaasappels zie je al kleine witte knopjes aan de takken. Het is de bloesem waarmee het volgende seizoen begint.
 

Het mediterraanse kustgebied ten zuiden van de stad Valencia staat bekend als de wieg van de Spaanse sinaasappelteelt. Ferrer is vierde generatie sinaasappelboer. 25 jaar geleden nam hij het fruitbedrijf van zijn vader over, die toen vanwege ziekte moest stoppen. Ferrer zal ook de laatste in deze familieketen zijn: hij vindt dat zijn kinderen het bedrijf niet moeten overnemen.

Landelijk protest

Terwijl hij een navelsinaasappel omhoog houdt, zegt hij: “Ik krijg hier hetzelfde voor als mijn vader veertig jaar geleden. Intussen zijn de productiekosten vertienvoudigd.” Ferrer wijst naar de velden om hem heen. “Veel buren hebben hun velden al verlaten. Als je hier rondrijdt, zie je links en rechts overal overwoekerde boomgaarden en leegstaand land.”

De Spaanse boeren zijn boos. Al maandenlang zijn overal door het land in verschillende boerensectoren protesten. Op 20 maart zullen die uitmonden in een groot landelijk protest in Madrid. De boeren voelen zich uitgeperst door supermarktmonopolies aan de ene kant en goedkope import van buiten de Europese Unie aan de andere kant. In het geval van de sinaasappels, zo legt Ferrer uit, is het probleem dat hij nooit tegen de productie van landen als Zuid-Afrika op kan concurreren.

“Hun lonen zijn lager en zij gebruiken meer bestrijdingsmiddelen”, vat Ferrer het probleem samen. Tussen rijen sinaasappelbomen loopt hij verder, langs de rubberen irrigatieleidingen. De Europese Unie controleert of er restanten van landbouwgif in de sinaasappels zijn achtergebleven, maar gifstoffen die bij import niet meer meetbaar zijn, kunnen gewoon gebruikt worden in importproducten. Terwijl boeren binnen de EU diezelfde stoffen niet mogen gebruiken. Al jaren roepen boerenbonden in de EU op om het gifverbod gelijk te trekken. “Het is of ik met mijn handen gebonden ben”, zegt Ferrer. “De regels van het spel zijn ongelijk.”

Het kustgebied ten zuiden van de stad Valencia staat bekend als de wieg van de Spaanse sinaasappelteelt. Beeld Eline van Nes
 
Het kustgebied ten zuiden van de stad Valencia staat bekend als de wieg van de Spaanse sinaasappelteelt.Beeld Eline van Nes

Afgelopen jaar gaven Valenciaanse citrusvruchtboeren dan ook 2000 hectare land op – in omvang vergelijkbaar met alle glastuinbouw in het Westland. De totale hoeveelheid citrusboomgaarden is afgelopen twintig jaar met ruim 10 procent afgenomen. Te vaak lijden boeren verlies op hun oogst. “De overheden zien niet wat hier ten onder gaat”, zegt Ferrer. “De kennis om een sinaasappelboerderij te runnen leer je niet zomaar, een boomgaard opzetten kost jaren. Kijk naar de oorlog in Oekraïne en de coronacrisis. We hebben intussen toch wel geleerd dat je niet afhankelijk moet zijn van import en globalisme?”

Minimale prijs

Bij Ava-Asaja, de boerenvereniging van Valencia die in het centrum van de stad kantoor houdt, windt voorzitter Cristóbal Aguado zich er enorm over op. Hij grist een papiertje tussen de documenten vandaan en tekent de situatie uit. Er zijn Europese landbouwsubsidies, maar voor de citrusboeren geldt dat die slechts 10 procent van de kosten dekken. Het probleem zit volgens de boerenorganisatie vooral in de productieketen: zolang er geen minimale prijs is vastgelegd, is voor boeren productie simpelweg steeds minder rendabel en zeer riskant.

Eerdere protesten hebben geleid tot een hervorming van de zogeheten Wet van de Keten, die de boeren moet beschermen tegen verliesverkopen. Maar Aguado stelt dat de hervorming niet genoeg effect heeft gesorteerd. De voorzitter zit geregeld aan tafel met verantwoordelijken van het ministerie van landbouw en met EU-delegaties. “Die vragen of we meer landbouwsubsidies willen. Nee. We willen een eerlijke markt, waarin wij kunnen concurreren omdat de regels gelijk zijn.”

Of hij denkt dat een landelijk protest zal helpen, nadat de Spaanse boeren de afgelopen jaren ook al meerdere keren de straat op zijn gegaan? “Politici houden niet van protest. Dus ze zullen luisteren. Het zal wel moeten”, verzucht hij. “Mijn vader is vorig jaar overleden. Het liefste zou ik zijn plantage voortzetten, maar mijn broers willen verkopen. Ze zien geen toekomst.”

Bron: Trouw.nl